De Groote Stroom 
Bruggen, overkluizingen, enz.
Algemeen:
Codenummer:G01 
Bouwblok(ken):8.9/9.6 
Kadastrale sectie:H 
Kadastraalnummer:6221 
Eigendom, beheer en onderhoud:Gemeente
 
Restauratie:1992 
Inventarisatie:1998 
Status:Beschermd stadsgezicht 
Waardering:8.9 
Technische omschrijving:
Doorstroomprofiel:halfrond
Doorstroombreedte:5.50m
Doorstroomlengte:14.90m
Hoogteligging straat/maaiveld + NAP:6.30m
Frontmuurbreedte op de waterlijn:15.00m
Frontmuurbreedte op straathoogte:15.00m
Frontmuur rollaag:1.5steens
Natuurstenen afdekplaten:ja 
Muurankers:4st.
Stalen leuning:2 x 16m

Bijzonderheden

Tijdens de nieuwbouw in 1992 zijn nauwelijks resten aangetroffen van de brug uit 1742. Slechts restanten van enkele houten kespen en palen van de fundering van de brug zijn teruggevonden. De sloop in 1965 lijkt dan ook rigoureus te hebben plaats gevonden. Een gedenksteen met het jaartal 1742 is gelukkig behouden gebleven. Deze steen was in 1965 ingemetseld in de westelijke keermuur langs de dam. Bij de herbouw in 1992 is deze gedenksteen wederom ingemetseld in de zuidwestelijke vleugelmuur van de nieuwe brug.

Oorspronkelijke functie

De brug gaf toegang tot de stadswal en tevens, doormiddel van een veer, tot Het Bossche Broek.

Huidige functie en gebruik

De weg over de nieuwe brug is vrijwel even breed als die over de voormalige dam. De verkeersafwikkeling vanuit en naar de binnenstad in de relatie met de Hekellaan en de Pettelaarseweg heeft dan ook nagenoeg geen verandering ondergaan. Door de bouw van de brug is het echter mogelijk geworden een belangrijke toeristische vaarroute via de Groote Stroom aan de bestaande routes toe te voegen.

Bepaling monumentwaarde

Van het object is slechts de gedenksteen, als een gaaf bewaard gebleven herinnering aan de bouw van de brug in 1742, van cultuurhistorische betekenis. Als geheel levert de brug, in de historische uitvoering, overigens een belangrijke bijdrage aan het cultuurhistorische erfgoed van de stad.
Do Hoogma
Geschiedenis
Tijdens de Middeleeuwen was er, voorzover bekend, nog geen sprake van een stenen brug over de Dommel op deze plaats. Na de verovering van de stad door Frederik Hendrik in 1629 was de verdediging van 's-Hertogenbosch tevens een belangrijke taak van de Raad van Staten in 's-Gravenhage. Met name een goede bereikbaarheid van de stadswallen was hierbij van groot belang. Mede in dit verband werd door de Raad in die tijd de bouw van een brug over de Dommel voorgestaan.
Van Heurn vermeldt in deel III op blz. 159 omtrent het ontstaan van de brug het volgende:
"In het volgende jaar (1670) werd op last des Raads van Staaten eenen toegang tot den wal, en het Veer, aan den grooten Hekel, door hetleggen eener Brugge, ten einde der Straate de Oude Dieze genaamd, gemaakt. Om dit behoorlyk te verrigten, was het nodig een oud Wagthuis, het Schryvershuisje, en een Bleekershuis af te breken, en die elders te plaatsen: De bestelling hiervan, werd aan de Regering over gelaten, op voorwaarde, dat de Stad hier in te gemoed gekomen werd (b). Na verscheidene onderhandelingen kwam men overeen, dat de Rege­ring dit werk zoude doen maken, mits het Land aan de Stad daar voor vier duizend en vyfhonderd guldens betaalde (c), kort hier na, werd dit werk openlyk aanbesteed (d)."

In deel IV op blz. 63 vermeldt van Heurn:
"In de maand Februari des volgenden jaars (1742), des avonds om zes uuren, storte de Steene Brug aan het einde der Straat, de Oude Dieze genaamd, zonder dat 'er eenig ongeluk door geschiede, onverwagt in. In den beginne wist men hier van geene rede te geven, doch by het opruimen van de Puin, en het liggen van de Grondslagen der Nieuwe Brug, bevond men, dat de Wellen, in den grond aldaar bevonden, de oorzaak deezer Instorting waren. Die Brug werd in den volgende Zomer hersteld."
De brug uit 1742 heeft dienst gedaan tot 1965 en was opgebouwd, evenals zijn voorganger uit 1670, als een gemetselde boogconstructie. Overeenkomstig de in 1965 vastgestelde beleidsuitgangspunten van het gemeentebestuur ten aanzien van de Binnenstad, Binnendieze en het wegverkeer werd de (te smalle) brug in dat jaar grotendeels gesloopt en vervangen door een brede dam met een rechthoekige duiker van gewapend beton. Deze situatie heeft geduurd tot 1992. Door de gewijzigde opvattingen met name ten aanzien van genoemde beleidsuitgangspunten en het groeiende besef met betrekking tot het instandhouden en herstel van het historisch erfgoed in de stad werd in dat jaar de brug overeenkomstig de historische vormgeving herbouwd. Ter onderstreping van deze gedachte is in de doorstroomopening een verspringing in het metselwerk aangebracht ter plaatse van de overgang van de beëindiging van de oorspronkelijke brug naar de verbreding in de nieuwe uitvoering.
Do Hoogma
Afbeeldingen

2004